De dagelijkse behoefte aan water wordt voor het grootste gedeelte vervuld door te drinken. De hoeveelheid vocht die we nodig hebben, verschilt van persoon tot persoon. Zo hebben kinderen meer vocht nodig dan volwassenen.
De leeftijd en het lichaamsgewicht en uiteraard ook de fysieke activiteit zijn bepalend voor de vochtbehoefte. Wie actief is, verliest immers meer vocht door zweten en via de ademhaling.
Ook de omgevingstemperatuur speelt een rol, zodat het moeilijk is om de juiste vochtbehoefte van een individu te bepalen. Dagelijks 1 tot 1,5 liter water, en zelfs meer als we ziek zijn, is aangeraden om het evenwicht in het lichaam, en ook het evenwicht in de geest, te bewaren of te herstellen.
Voedsel dat een hoog vochtgehalte heeft, draagt ook bij aan het op peil houden van de hoeveelheid water in het lichaam. Mensen nemen gemiddeld per dag via het voedsel 1 liter water op.
De totale minimale hoeveelheid water die men dagelijks moet opnemen is 2,5 liter. Wanneer men genoeg water drinkt en genoeg waterrijk voedsel eet, is dat makkelijk te halen. Het is meestal zo dat de hoeveelheid water die men drinkt bepaalt wordt door onze gewoontes en niet door onze dorst. Wanneer je dorst hebt, wijst dat er doorgaans op dat je niet genoeg water hebt gedronken.
Het is beter om iets te drinken voordat je daadwerkelijk dorst krijgt.